vrijdag 31 mei 2013

Thérèse Schwartze

















 

Drie burgerweesmeisjes van Amsterdam

Thea Beckman

"'Als je zo knap bent,' gromde de meester, 'lees dat dan maar eens voor.' Hij wees op het reglement dat achter hem aan de muur hing. Saartje stapte naar voren, ging recht tegenover het huisreglement staan en begon:
'De kinderen staan onder toezicht van een Moeder, door de Heren Regenten aangesteld, en zijn haar in alles gehoorzaamheid verschuldigd. De Moeder wordt hierin bijgestaan door vier assi... assistenten, aan te wijzen door de Heren Regenten. Zij zijn ver... verplicht van elk geplaa... gepleegd kwaad en van bijzon... bijzondere voorvallen kennis te geven aan de Moeder. Zij mogen zelf geen straffen...'
'Ho, ho, genoeg,' riep meester Jansen."

Uit: Saartje Tadema

zondag 26 mei 2013

Edwin Longsden Long
















Uncle Tom and Little Eva

Harriet Beecher Stowe

"En Eva was niet minder bedacht, om hem wederkeerig kleine diensten te bewijzen. Hoewel nog zoo jong, kon zij toch bijzonder mooi voorlezen; zóó had Tom den bijbel nooit te voren hooren lezen. Eerst las zij slechts om Tom genoegen te doen; maar weldra vond hare ernstige natuur iets aantrekkelijks in het eerbiedwaardige boek, en Eva hield er van omdat het in haar zonderlinge verlangens, en sterke onbepaalde aandoeningen opwekte, zooals kinderen met veel gevoel en verbeeldingskracht dat gewoon zijn. De gedeelten, die haar het meest behaagden, waren de Openbaring en de Profeten, wier duistere, vreemde beeldspraak en vurige taal een des te dieperen indruk op haar maakten, omdat zij vruchteloos naar de beteekenis daarvan vroeg."

Uit: De negerhut

donderdag 23 mei 2013

John Rennie MacKenzie Houston


Willem van Toorn

"Hij woonde in een klein huisje verderop aan de dijk en kwam wel eens koffiedrinken bij Maartens moeder. Dan zat hij lang zwijgend aan de tafel. Omdat hij niet kon lezen en schrijven, las Maartens moeder hem dan berichten uit de krant voor of heel af en toe een brief die hij had gekregen, van de gemeente of het waterschap, over de schouw van de sloten om zijn eigen moestuin of de toestemming om zijn geit te laten grazen aan de dijk."

Uit: Stoom

dinsdag 14 mei 2013

Semion Rozestein


Amos Oz

"Wat was de titel van het eerste boek dat ik zelf gelezen heb? Of eigenlijk het verhaal dat papa me voor het slapengaan zo vaak had voorgelezen dat ik het blijkbaar uiteindelijk helemaal uit mijn hoofd kende, woord voor woord, en toen papa mij eens een keer niet kon voorlezen, nam ik het boek mee naar bed en las het mezelf helemaal voor, van het eerste tot het laatste woord, terwijl ik deed alsof ik las, deed alsof ik papa was, van de ene naar de andere bladzijde overging precies tussen de twee woorden waartussen papa ook elke avond de bladzijde omsloeg.
   De volgende dag vroeg ik papa of hij met zijn vinger wilde meegaan als hij las, en ik volgde zijn vinger precies tijdens het lezen, en toen we dat een keer of vijf hadden gedaan, kon ik elk woord al herkennen aan zijn vorm en aan zijn plaats in de regel (zoals je de plaatjes op de rug van geïllustreerde dominostenen ook herkent als de volgorde verandert).
   En toen kwam het moment om hun beiden een grote verrassing te bezorgen: op een zaterdagmorgen verscheen ik in de keuken, nog in mijn pyjama, en zonder een woord te zeggen sloeg ik het boek open op de tafel, precies tussen hen in, mijn vinger ging voor me uit en wees me het ene woord na het andere aan en ik herkende elk woord en sprak het uit op het moment dat mijn vinger het aanraakte, en mijn ouders, duizelig van trots, liepen meteen in de val, ze hadden geen idee van de omvang van het bedrog, ze waren er allebei volkomen van overtuigd dat dit speciale kind zichzelf helemaal alleen had leren lezen."

Uit: Een verhaal van liefde en duisternis

vrijdag 10 mei 2013

Svetlana Jenkins


Jan Arends

Suzanne was nog wakker. Ze zat aan tafel met een glas rode wijn over wat papieren heen gebogen. Op de achtergrond klonk zachte pianomuziek, iets van Satie vermoedde hij. Hij gaf haar een zoen op haar voorhoofd.
  'Al enigszins een thuisgevoel?'
  'Een beetje, het is te overleven maar liever niet te lang.'
  'De jongen?'
  'Die ligt al enkele uren te slapen. Ik heb hem een verhaaltje voorgelezen, als grapje, maar hij vond het leuk.'
  'Wat dan?'
  'De Lege Spiegel, iemand die een tijd in een Japans zenklooster verblijft.'
  'En dat vond hij boeiend?'
  'Ja, nogal. Hij vroeg zich vooral af waarom iemand zoiets doet.'

Uit: Ik had een strohoed en een wandelstok